1. Plasa Bieu (Old Market, Punda)

Plasa Bieu (ook wel “Old Market”) ligt in Punda, vlak bij het Waaigat, en was vroeger echt de plek waar mensen uit de stad tussen de middag kwamen eten. Het is een grote, overdekte hal met verschillende keukentjes naast elkaar. Elk keukentje is een soort familie- of vrouwenbedrijfje dat elke dag een paar traditionele gerechten kookt. Je zit dus niet chic aan tafeltjes met een menukaart, maar aan lange houten of metalen tafels – samen met locals, bouwvakkers, kantoormensen én toeristen die weten waar ze moeten zijn.

Als je binnenkomt kun je gewoon langs de keukens lopen. Boven of voor de toonbank hangt meestal een bord met wat er die dag is: kabritu stobá (geitenstoof), galinja stobá (kipstoof), sopi (soep), kèshi yena (gevulde kaas), funchi, rijst, gebakken banaan, soms ook verse vis. Je kiest een keuken, zegt wat je wilt, en zij scheppen het meteen voor je op. Geen gedoe, geen lange wachttijden. Het is veelal huisgemaakt eten, dus wat op is, is echt op.

Openingstijden zijn meestal maandag tot en met zaterdag, ongeveer 11:00 tot 15:00. Het is echt een lunchplek: kom je om 14:30 dan is de kans groot dat de populairste gerechten weg zijn. Zondag is het meestal dicht.

Betalen doe je gewoon per bord; de prijzen zijn voor Curaçaose begrippen nog steeds vriendelijk, zeker als je bedenkt dat je echt lokale kost krijgt. Water en fris kun je erbij bestellen.

Bereikbaarheid: Plasa Bieu ligt in de stad, maar omdat je vaak ook nog ergens anders naartoe wilt, is een auto toch handig. Je kunt parkeren bij de grote parkeerplaats bij het Waaigat, of bij de garage aan de Otrobanda-kant (Renaissance) en dan over de pontjesbrug lopen.

Kort gezegd: het is de makkelijkste manier om in één middag bijna alle bekende Curaçaose gerechten te proeven, op een plek waar de locals ook eten – zonder dat je tien losse eettentjes hoeft af te gaan.

Plaza bieu goedkoop auto huren curacao

2. Leguaan eten bij Jaanchies (Westpunt)

Jaanchies Restaurant in Westpunt is zo’n plek waar je niet per ongeluk terechtkomt – je gaat er écht heen. Het zit helemaal aan de westkant van Curaçao, in Banda’bou, en is al jaren een begrip bij zowel locals als toeristen die van écht Curaçaos eten houden. Het is geen modern strandrestaurant, maar een heel eigen, bijna huiselijke plek. Dat is ook de charme.

Wat Jaanchies bijzonder maakt, is het concept zonder echte menukaart. Vaak komt Jaanchie zelf, of iemand van de familie, naar je tafel en vertelt wat er die dag verkrijgbaar is. Hij somt dan op: vis van de dag, kip, geit, soms kreeft, en – waar veel mensen voor komen – iguana stew, dus gestoofde leguaan. Dat gerecht hoort echt bij het eiland en je vindt het niet overal meer. De gerechten worden geserveerd met typische bijgerechten zoals rijst, funchi, gebakken banaan en salade. Het tempo is relaxed, je zit er niet “even snel” maar je laat het gebeuren – Curaçao-stijl.

Het restaurant is vooral een lunchplek. Jaanchies is meestal dagelijks open vanaf ongeveer 11:00 uur tot aan het einde van de middag of begin van de avond, vaak rond 18:00 uur. Het is dus slim om niet te laat te gaan, want sommige gerechten worden in beperkte hoeveelheden gemaakt. Op rustige dagen sluiten ze soms wat eerder, op drukkere dagen blijven ze wat langer open. “Op is op” geldt hier echt.

De locatie is belangrijk: Jaanchies ligt in Westpunt, dicht bij stranden als Playa Kalki, Playa Grandi en Grote Knip. Dat betekent: je hebt een auto nodig. Met het openbaar vervoer kom je er bijna nooit op een handig tijdstip, en een taxi heen en terug vanuit Willemstad is vaak net zo duur als een dagje huurauto. Ideale combi dus: ’s ochtends strandhoppen in Banda’bou en daarna lunchen bij Jaanchies.

Wat kun je verwachten van het eten? Denk aan eerlijk, huisgemaakt, Caribisch eten. De leguaan is gestoofd tot het zacht is, de vis is vaak lokaal gevangen, en de porties zijn royaal. Het is geen plek voor fine dining, maar wél voor “zo eten de mensen hier”. Je zit in een open, tropische setting met veel hout en kleur, vaak met vogels om je heen en soms een flinke bries.

Praktische tips:

  • Ga tussen 12:00 en 15:00 voor de meeste keuze.
  • Neem wat cash mee; vaak kun je wel met kaart betalen maar cash gaat sneller.
  • Kom met de auto en parkeer voor de deur.
  • Als je per se leguaan wil, zeg het meteen bij binnenkomst.

Kortom: Plasa Bieu is je lokale lunch in de stad, Jaanchies is je lokale lunch “in het echt” – aan de rustige kant van het eiland, met gerechten die je in de hotelzone niet snel ziet.

Jaanchies curacao auto verhuur

3. Marshe di Barber (zondag)

Als je wilt zien hoe Curaçaoërs zelf hun zondag beginnen, moet je een keer naar Marshe di Barber. Barber ligt in Banda’bou, dus aan de westkant van het eiland, en op zondagochtend verandert dat dorpje in één grote Caribische ontbijtplek. Geen hotelbuffet, maar pannen op vuur, geuren van stoof, mensen die elkaar groeten en muziek op de achtergrond.

Wat is het precies?
Marshe di Barber is een lokale markt waar vooral eten wordt verkocht. Meestal staan er meerdere kraampjes of kleine keukentjes naast elkaar, vaak gerund door vrouwen uit de buurt. Iedereen kookt net iets anders, maar het is allemaal “nos kos”: eten van hier. Denk aan:

  • sopi mondongo of andere stevige soepen
  • stobá (geit, kip of rund)
  • funchi of tutu
  • bakkeljauw
  • gebakken banaan
  • Johnny cake
  • lokale zoete snacks

Je bestelt gewoon wat ze die ochtend gemaakt hebben. Er is niet altijd een menukaart; je vraagt wat er is, zij wijzen het aan, jij kiest. Het is niet duur en de porties zijn meestal goed.

Tijd is belangrijk
Marshe di Barber is vooral een ochtendding. De meeste mensen komen tussen 07:30 en 11:00. Kom je pas rond de middag, dan is het óf bijna op, óf de kraampjes zijn al aan het opruimen. Dus: vroeg vertrekken. Bonus: dan is het nog niet zo heet.

Locatie en bereikbaarheid
Barber ligt echt in het westen van Curaçao. Daar rijdt bijna geen bus op tijden die voor toeristen handig zijn. Daarom heb je een auto nodig. Met een huurauto rijd je in ongeveer 35–45 minuten vanaf Willemstad naar Barber. Groot voordeel: je kunt daarna meteen door naar een strand in Banda’bou – Porto Mari, Cas Abao, Daaibooi, Lagun – je zit er al in de buurt.

Parkeren
Parkeren is meestal heel eenvoudig. Je zet de auto langs de weg of op een open plek vlakbij de markt. Het is een dorpsomgeving, geen stadsdrukte.

Hoe werkt het bestellen?
Je loopt langs de potten en schalen, je vraagt “kon ta e menú di awe?” of gewoon in het Nederlands “wat heeft u vandaag?”. Ze scheppen het direct voor je op in een bakje of op een bord. Vaak kun je ook meenemen. Neem wat contant geld mee (ANG/XCG of USD), want niet iedereen heeft een pinapparaat.

Waarom is dit leuk voor toeristen?
Omdat je hier bijna alleen maar locals ziet. Geen opgepoetste toeristenversie, maar hoe mensen op Curaçao zélf eten op zondag. Je hoort Papiaments, je ruikt stoof, je ziet families aankomen, en het tempo is heel relaxed. Het is ook een heel goede manier om het verschil te proeven tussen “restaurant-Curaçao” en “thuis-Curaçao”.

Handige combi

  • 07:30–09:30 Marshe di Barber
  • daarna 10:00–15:00 strand in Banda’bou
    Zo haal je alles uit die kant van het eiland zonder twee keer te hoeven rijden.

Kort gezegd: Plasa Bieu is je doordeweekse lokale lunch in de stad, Jaanchies is je grote lokale maaltijd in Westpunt, en Marshe di Barber is je échte zondagochtend-ervaring met Curaçaose familie-eten. Maar wél alleen goed te doen met een auto.

Marshe di Barber rent a car curacao

4. Snèks en lokale bakkers voor pastechi

Als je wilt eten zoals de mensen op Curaçao zélf doen, moet je een ochtend langs een snèk of een kleine bakker. Dat zijn die kleine eettentjes of minimarkten langs de weg waar al vanaf heel vroeg warme dingen uit de frituur of uit de oven komen. Daar haal je je pastechi, johnny cake, soms arepa, een bakje soep of gewoon een kop koffie. Het is simpel, snel en heel lokaal.

Wat is een snèk?
Een snèk is een klein buurtcafé/afhaalplek/mini-eettentje in één. ’s Ochtends verkopen ze vaak ontbijtjes en snacks, later op de dag soms warme maaltijden of alleen drankjes. Je herkent ze aan een klein gebouwtje, open luik, koelkasten en vaak mensen die “even iets komen halen”.

Wat haal je daar?

  • Pastechi keshi – met kaas
  • Pastechi karni – met vlees
  • Pastechi tuna – met tonijn
  • Pastechi galina – met kip
  • Johnny cake – gefrituurd of gebakken broodje, vaak met kaas of bakkeljauw
  • Soms ayaka (in december)
  • Soms sopi of avondeten later op de dag

De pastéchi’s zijn niet groot, dus neem er gewoon twee of drie – dat is normaal.

Tijden
Dit is belangrijk: veel snèks en bakkers beginnen heel vroeg, rond 06:00–06:30, en dan is alles nog warm. Rond 09:30–10:00 is de eerste ronde vaak op, zeker de populaire vullingen. Dus wie lokaal wil ontbijten, moet een beetje met de Curaçao-tijd mee – vroeg opstaan.

Waar vind je ze?
Eigenlijk overal waar Curaçaoënaars wonen en werken. Een paar handige zones voor toeristen:

  • Caracasbaaiweg / Jan Thiel-richting: onderweg naar het strand zitten meerdere kleine bakkers en snèks. Perfect om eerst een pastechi te scoren en dan door te rijden.
  • Salinja / Sta. Rosa / Groot Kwartier: woonwijken → veel lokale stopplekken.
  • Santa Maria / Weg naar Westpunt: als je naar Banda’bou rijdt, kom je er vanzelf langs.

Het zijn niet altijd “op Google” plekken met een website. Soms is het gewoon een druk bezocht luikje – en dat is meestal het beste teken.

Alquiler de coches en Curazao

5.  Truk’i Pan – nachtelijk streetfood, 100% Curaçaos

Truk’i pan betekent letterlijk “broodjes-truck”, maar in de praktijk is het dé nachtkeuken van Curaçao: mobiele foodtrucks die in de avond en (heel) late avond warme broodjes, gegrilde kip, ribs, bief, vis en vette “late-night” klassiekers verkopen. Je eet er tussen locals, after-beach crowds en nachtbrakers. Het is informeel, betaalbaar en héél smaakvol.

Hoe werkt het?
Je rijdt naar een vaste standplaats (meestal een parkeerterrein of open veld), bestelt bij het luik, krijgt een bon of wacht op je naam en eet aan een simpele tafel of op de motorkap—of je neemt mee. De porties zijn royaal en de sauzen legendarisch: pinda, knoflook, pikant. Deze kan je meestal zelf pakken.

Tijden
De meeste trucks openen rond 21.00 en gaan door tot laat (soms 01:00–03:00), vooral vrijdag en zaterdag. Door de week sluiten sommigen eerder. Kom je heel laat, reken op een rij.

Waar vind je ze?

  • Salinja / Schottegat-omgeving – veel keuze, centraal vanaf de hotels.
  • Caracasbaaiweg (richting Jan Thiel) – handig na strand of uitgaan.
  • Santa Maria / Weg naar Westpunt – perfect als je van de westkant terugrijdt.
  • Otrobanda / buiten het centrum – kleinere, pure lokale spots.
    Let op: dit zijn geen toeristenstraten; een auto is vrijwel altijd nodig. Parkeren doe je direct bij de truck, samen met iedereen.

Truk’i pan is een sociale plek: families, koppels, vriendengroepen. Parkeer zichtbaar bij de truck, houd ramen dicht als je wegloopt, en neem geen waardevolle spullen mee. Het is informeel en gezellig; volg gewoon de flow.

Waarom een auto onmisbaar is

  • Trucks staan verspreid en vaak buiten de toeristenzones.
  • Openbaar vervoer rijdt ’s avonds laat nauwelijks.
  • Met een auto beslis je zelf: na het strand, na de film, na een borrel—door naar truk’i pan. Parkeren is meestal gratis, direct voor de truck.

Kleine etiquette
Eerst bestellen, dan wachten; geen tafel service. Ruim je afval op; tafels zijn voor iedereen. Een “danki” bij het afhalen en een glimlach doen wonderen.

Kortom: truk’i pan is Curaçao na zonsondergang—sappig vlees, veel saus, auto ervoor, radio zacht aan. Met een huurauto pak je precies die truck die locals tippen, wanneer jij honger hebt.

Curacao truki pan cura explore

6. Brisa Do Mar (vroeger Pop’s Place) – Caracasbaai

Wat & waar
Brisa Do Mar is de nieuwe naam van het ouderwetse Pop’s Place: een no-nonsense, lokaal geliefd eethuis aan het állerlaatste stukje van de Caracasbaaiweg. Je zit aan het water met uitzicht op vissersbootjes en Fort Beekenburg. De vibe is 100% Curaçao: relaxed, informeel, muziekje op de achtergrond, kinderen rennen af en toe langs de steiger.

Menu & specialiteiten
Reken op catch of the day (snapper, mahi-mahi, soms lionfish), stoba (stoof), kèshi yena, funchi, bakbanaan, tutu, rijst en salade. Veel borden zijn “mix & match”: een stuk vis met twee lokale sides. Ook zijn er vaak kippengerechten en eenvoudige kindermenu’s. Porties zijn royaal en prijzen vriendelijker dan aan de grote beach boulevards.

Openingstijden
Over het algemeen dagelijks rond lunch en vroege avond open (vaak ca. 11.30–20.00). In het weekend soms iets later dicht. Het is geen nachtspot; ga voor lunch of vroeg diner. Tip: check dezelfde dag even de actuele tijden op Maps of bel—op is op.

Moet je reserveren?
Doordeweeks meestal niet; in het weekend en bij zonsondergang is reserveren slim, zeker als je met een groep komt of een tafeltje direct aan het water wilt.

Bereikbaarheid & parkeren
Het ligt buiten het centrum; een auto is praktisch onmisbaar. Rijd de Caracasbaaiweg helemaal uit, langs de jachthaven, en volg de borden naar Fort Beekenburg/Caracasbaai. Gratis parkeren voor de deur op het zand/grind. In het donker rustig wegrijden: er zitten soms kuiltjes in de weg.

Beste moment

  • Lunch na een snorkel bij Tugboat Beach of Directors Bay.
  • Golden hour/zonsondergang voor zachte kleuren over de baai.
  • Op winderige dagen is het juist extra fijn: de brisa houdt het koel.

Brisa Do Mar is de easy local choice aan de Caracasbaai—een plek waar je na zee en zon aanschuift voor eerlijke vis en Curaçaose bijgerechten. Met een huurauto rijd je zó door, parkeer je voor de deur en zit je met je voeten bijna in het water.

Brisa do mar pops place curacao autoverhuur

7. Vis eten bij de vissers

Wil je vis zó vers dat hij een uur eerder nog in zee zwom? Ga dan eten of inkopen doen waar de vissers aanmeren. Op Curaçao betekent dat: eenvoudige kraampjes, grillplaten onder een afdak, koelboxen vol ‘catch of the day’ en borden met piská hasá (gebakken/gegrilde vis) en salsa krioyo. Het is puur, betaalbaar en 100% eiland.

Waar naartoe?

  • Boka Sami / Sint Michiel (west van Willemstad) – Klassieke vissersbaai met eenvoudige eetkraampjes en kleine restaurantjes aan het water. Vaak red snapper, mahi-mahi (dorade), wahoo, tonijn, soms lionfish.
  • Playa Grandi / Playa Piskadó (Westpunt) – Hier fileren vissers hun vangst op de steiger (daarom zie je er vaak schildpadden). Direct boven het strand zit een snack of eettentje waar je vis met funchi en banana hasa krijgt.
  • Playa Lagun (Banda’bou) – Klein, knus baaitje; in de ochtend komen boten binnen en kun je geregeld dagverse vis bestellen bij het restaurantje aan het strand of direct bij de vissers.
  • Vissershaven Caracasbaai / Spaanse Water – Aan het uiterste puntje van de Caracasbaaiweg. Rond lunchtijd bereiden eenvoudige keukens en buurtrestaurants de vangst van die dag. Perfect te combineren met Tugboat/Directors Bay.
  • Piscadera-gebied – Onregelmatig kleine aanvoer; sommige lokale eethuisjes in de buurt zetten meteen “catch of the day” op het bord.

Beste tijden

  • Vroege ochtend voor inkopen (07.00–10.00): boten komen terug; je koopt hele of gefileerde vis.
  • Lunch voor eten ter plekke (11.30–15.00): grill aan, borden uit.
  • In de namiddag kan het op=op zijn, zeker in het weekend.

Wat staat er op je bord?

  • Hele vis (snapper, wahoo) gegrild of gebakken, met salsa krioyo, rijst, funchi, salade en gebakken banaan.
  • Lionfish: delicaat, wit vlees; vaak gefileerd en zonder vinnen (veilig bereid).
  • Tonijn/mahi-mahi steaks van de plaat.
  • Prijsindicatie: XCG 30–55 p.p. voor een lunchbord, afhankelijk van soort en grootte.

Eten of meenemen?

  • Ter plekke eten = snel en simpel: je wijst een vis of soort aan, kiest je sides, klaar.
  • Kopen om mee te nemen? Vraag om fileren (“por sklapá e piská?”) en neem een koelbox met ijs mee (ijs haal je bij tankstation/supermarkt). Thuis of in je accommodatie bak je ‘m daarna zelf.

Handige tips voor toeristen

  • Auto nodig: deze plekken liggen buiten het centrum; met een huurauto parkeer je pal aan het strand en ben je flexibel met tijden.
  • Contant geld: XCG/ANG of USD; pinnen kan niet altijd.
  • Hygiëne: kies drukke kraampjes waar vis koud ligt en de grill schoon is – vers draait snel om.
  • Keuzehulp: vraag wat vandaag binnenkwam; de visser vertelt het je graag.
  • Duurzaamheid: neem geen te kleine vissen; vraag gerust naar lionfish – lekker én goed voor het rif.
  • Allergie/benauwd voor graten? Laat de vis fileren of kies voor steak-snede (tonijn, mahi-mahi).
  • Let op weer en weggetjes: sommige baaien hebben grindwegen; rijd rustig, zeker na regen.

curacao playa grandi autoverhuur

8. Zondag = barbecue aan de baai

Veel Curaçaoënaars nemen op zondag hun koelbox mee naar Boca Sami, Kokomo, Daaibooi, Playa Jeremi. Daar staan dan soms mobiele bbq-tentjes met kip, ribs en maïs. Perfect om gewoon iets lokaals te proeven tussen de locals.
Auto nodig? Ja, dit zijn strandjes buiten de stad.

bbq op het strand curacao cura explore

9. Plasa / minimarkten met warm eten

Bij sommige supermarkten en kleine plazas staat rond lunchtijd gewoon een warmbuffet met lokale gerechten. Handig als je onderweg bent.
Auto nodig? Niet altijd, maar meestal kom je er omdat je toch rijdt.

Waarom je echt een huurauto nodig hebt

  • De échte lokale plekken zitten niet allemaal in Pietermaai of Mambo.
  • Markten zoals Barber of sommige snèks liggen in woonwijken waar geen taxi’s langskomen.
  • Met een auto kun je ’s ochtends pastechi halen, daarna door naar een strand en ’s avonds truk’i pan pakken.
  • Parkeren bij deze plekken is meestal gratis en voor de deur.

Dus: huur een auto (bijvoorbeeld bij Cura Explore 😉), pak Google Maps en ga gewoon buurten waar de Curaçaoënaars zelf eten. Dan proef je pas echt het eiland.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *